-
You can listen to Christina Boyer reading her tekst here. During the exhibition, please listen to this audio with your headset on. Thank you.
The railroad track brought a longing to travel far far away from here. I just want to walk right up to a train, hop aboard and go. Anywhere. I’ve never been on a train before and it leaves me longing for the things that I’ve never experi- enced. I wonder if I’ll ever leave this place alive and get to really live. I hope and I have faith and I believe that I will again walk free someday. But in the quiet of the night, when the prison is shut down and everyone’s locked away in their cells, I lay awake in mine and stare out the small window at the moon and stars and the fear silently creeps in again. Then I begin to worry that I will never again view the moon and the stars except through prison windows, or never again hear the crickets and the millions of other night sounds I remem- ber are out there. When that happens, I sigh, because I’m so tired of this, and I roll over and start praying till I fall asleep in the Lord’s arms.
De spoorlijn riep een verlangen op om te reizen, ver weg van hier. Ik wil gewoon naar een trein lopen, erin springen en weggaan. Waarheen dan ook. Ik heb nog nooit in een trein gezeten, en het doet me verlangen naar de dingen die ik nog nooit heb meegemaakt. Ik vraag me af of ik deze plek ooit levend zal verlaten en echt zal kunnen gaan leven. Ik hoop en ik heb vertrouwen en ik geloof dat ik op een dag weer vrij zal komen. Maar in de stilte van de nacht, wanneer de gevangenis dicht is en iedereen opgesloten zit in zijn cel, lig ik wakker in de mijne en staar door het kleine raam naar de maan en de sterren. Dan sluipt stilletjes de angst weer naar binnen. En ik begin me zorgen te maken dat ik nooit meer de maan en de sterren zal zien behalve door gevangenisramen, of nooit meer de krekels en de miljoenen andere nachtgeluiden die ik me van daarbuiten herinner, zal horen. Als dat gebeurt, zucht ik, omdat ik dit zo moe ben, en ik draai me om en begin te bidden tot ik in slaap val in Gods armen.